Selecteer een pagina

Vandaag is het precies een jaar geleden dat ik stopte met het spuiten van insuline om over te stappen op orale medicatie. Wat begon als een spannend avontuur, is inmiddels (bijna) routine geworden. Al vrij snel was duidelijk dat mijn alvleesklier goed reageerde op de medicijnen, een hoopvolle start. Na het proberen van drie verschillende soorten, bleek na vier maanden driemaal daags 1000 mg tolbutamide het beste te werken.

Het was eerst alsof ik opnieuw de diagnose diabetes had gekregen, ik moest mijn lichaam weer opnieuw leren kennen. Daarin was ik soms nogal ongeduldig en gefrustreerd dat ik anders reageerde op bepaald voedsel dan ik gewend was. Zestien jaar spuitregime vlak je niet zomaar uit in een paar weken. Dat kost tijd.

Vast ritme
Geleidelijk aan leerde ik dat ik het meeste baat heb bij een vast dagritme. Op tijd naar bed gaan en op tijd weer opstaan en de drie hoofdmaaltijden zoveel mogelijk op vaste tijden nemen. Dat levert me de meest stabiele waarden en het hoogste energieniveau op. Door de Freestyle Libre een paar keer te gebruiken, ontdekte ik dat de maaltijden een piek geven in mijn bloedglucosewaarden, maar dat ze na verloop van tijd ook weer vanzelf dalen. Bovendien was mijn HbA1c met gemiddeld 43 mmol/mol heel erg mooi. Dat gaf vertrouwen.

Het loslaten van de controle over mijn bloedglucoses ging daardoor ook steeds beter. Ik check ze nog steeds twee keer per dag, ’s ochtends en ’s avonds, maar heel af en toe sla ik het laatste meetmoment over, omdat ik inmiddels weet dat met een pil mijn waarde gedurende de nacht toch weer netjes omlaag gaat.

Het eten van pizza, wraps, sushi, een ijsje, krentenbol of stuk taart leidt wel tot een enorme piek. Mijn suiker stijgt dan al snel tot de 15 mmol/l. Voorheen zou ik dan wat extra insuline bijgespoten hebben en het gewoon lekker nemen, maar nu denk ik daar bewuster over na. IJs eet ik bijvoorbeeld nauwelijks meer. En als ik een keer wel voor zo’n koolhydratenbom kies, dan let ik op dat ik er niet teveel van eet om het enigszins binnen de perken te houden.

Hypo’s
Toch bijspuiten bij een hoge bloedglucose, wat ik natuurlijk wel eens uitgeprobeerd heb als mijn handen jeukten om die weg te werken, zorgde vervolgens vaak voor een hypo. Niet slim en onnodig dus. “Gewone” hypo’s heb ik echter nauwelijks meer. Beweging heeft een gunstig effect op mijn bloedsuikers, maar leidt zelden tot een hypo. Dat is echt een groot voordeel!

Een ander bijkomend effect van het niet meer spuiten is dat ik ruim drie kilo ben afgevallen. Niet dat dat nodig was, maar het is vanzelf gegaan. Hoewel vaak wordt beweerd dat insuline niet dikker maakt, doet het dat naar mijn idee dus zeker wel.

Vrij gevoel
Kortom, in het afgelopen jaar is mijn kwaliteit van leven heel erg toegenomen. Ook al heb ik mijn leefstijl enigszins moeten aanpassen, moet ik er nog steeds rekening mee houden dat ik diabetes heb en reageert mijn lijf soms anders dan ik had verwacht of zou willen, het niet meer hoeven spuiten geeft een enorm vrij gevoel. Natuurlijk kan ik niet in de toekomst kijken of het altijd zo zal blijven, maar voor nu ben ik ontzettend blij dat ik heb doorgezet om mijn diabetesverhaal te laten onderzoeken. Het had niet beter kunnen uitpakken.